Het beste digitaal toegankelijke lettertype kiezen
Ook het lettertype waarin je jouw publicatie of website opmaakt, bepaalt de toegankelijkheid ervan. Dat speelse, illustratieve fonts niet de beste keuze zijn, wist je vermoedelijk wel – alleen al omdat ze niet overkomen alsof je jezelf bijster serieus neemt. Maar met een zakelijk ogend font alleen ben je er nog niet. Wat bepaalt nou of de door jou gekozen lettertypes toegankelijk zijn?
Wetgeving
Laten we aftrappen met een geruststelling: wettelijk gezien kun je het niet fout doen. Er bestaat binnen de WCAG niet zoiets als een lijstje toegestane, correcte lettertypes. Daarin zit echter direct de moeilijkheid: omdat er geen kaders bestaan, staat het hek naar de onmetelijke fontvijver wagenwijd open. Je zult dus zelf moeten schiften.
Onderzoek
Een andere geruststelling: er is veel onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van lettertypes, waar jij je voordeel mee kunt doen. Uit al dat onderzoek komen namelijk best wat algemene kenmerken naar voren die het makkelijker maken om te kiezen voor een toegankelijk font. Daarover hierna meer.
Wat ook interessant is: The Readability Group testte in 2021 de toegankelijkheid van speciale dyslexiefonts en die bleken voor mensen met dyslexie niet per se leesbaarder dan ‘gewone’ lettertypes. De vraag is dus hoe nuttig deze fonts zijn, vooral omdat dyslecten slechts een subgroep vormen van alle gebruikers die baat hebben bij geoptimaliseerde toegankelijkheid.
De do’s & dont’s
Wat moet je dan wél in overweging nemen?
Schreef versus schreefloos
Lang is aangenomen dat schreefloze lettertypes op een beeldscherm beter waarneembaar zijn. Uit het onderzoek van The Readability Group komen echter ook lettertypes met een schreef naar voren die het goed doen bij gebruikers met en zonder beperking. De claim dat een schreefloos lettertype beter zou werken, lijkt dus weerlegd.
De Il1-test
Supersimpel en snel is de Il1-test. Bij bepaalde schreefloze lettertypes is het onderscheid tussen deze drie karakters nauwelijks te maken. Dat komt de toegankelijkheid natuurlijk niet ten goede. Heb je een font op het oog, check dan allereerst even of de hoofdletter I, de onderkast l en de 1 echt van elkaar verschillen. De onderkast l zou een klein bochtje onderaan moeten hebben en eventueel een fractie hoger moeten zijn dan de hoofdletter I. De 1 zou een vlaggetje moeten hebben. De Nielsen Norman Group licht in deze video de IL1-test toe.
Spiegelende letters
Bij sommige lettertypes zijn de onderkast d en b en de q en p feitelijk dezelfde letter, maar dan gespiegeld. Zoek naar een font dat een duidelijk onderscheid maakt tussen deze letters. Een voorbeeld daarvan is het font Atkinson Hyperlegible, het standaardfont van Publiqa.
Onderscheid in letters
Letters moeten makkelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Letters die minder rond zijn en dikteverschillen hebben, zijn makkelijker waarneembaar dan ronde fonts met weinig contrast. Ook lettertypes met meer ‘openheid’ doen het goed. Let maar eens op de onderkast e: zit er rechts (waar het uitlopertje eindigt) een flinke opening? Dan is jouw font een kanshebber. Vormt jouw e een perfect, bijna sluitend cirkeltje? Dan is dit font minder goed bruikbaar.
Meer tips?
Gareth Ford Williams van The Readability group zette alle onderscheidende kenmerken bij het kiezen van een toegankelijk font voor je op een rijtje.
Ontdek de voordelen van Publiqa tijdens onze demo
Als je Publiqa ziet, dan ben je verkocht. Dat weten we zeker. Daarom laten we je graag tijdens onze demo zien hoe makkelijk het is om met Publiqa een publicatie te maken.
Je kan zelf kiezen wanneer en het kost je maar 30 minuten. Plan in die demo.